Blogopmaak

‘Er was een donder, een bliksem…’

Hardenberg, mei 2022
‘Er was een donder, een bliksem…’

Je kent het vast: je ziet ergens tegen op waarvan je weet dat het komt en als het dan zover is, hoop je van harte dat het zo snél mogelijk voorbij is. Het had een stoeltjeslift in de bergen in Oostenrijk kunnen zijn, maar ik bedoel onweer. Dit nare weerverschijnsel vind ik persoonlijk het allergrootste nadeel van een reeks tropische zomerdagen.


Ik las ergens een verontrustende mededeling: Als de opwarming van de aarde op deze manier doorzet, zullen er straks vijftig procent meer blikseminslagen zijn. Nee, lekker dan.


Ik las ook dat het in Nederland ongeveer 25 dagen per jaar onweert. De meeste van die dagen zijn oké. Een paar knallen, een bui overdag of hier en daar wat weerlichten, dat gaat allemaal prima. Maar die twee keer per jaar dat het ‘s nachts losgaat en maar niet op wil houden. Wat een gedonder…


Ik ben dus geen held, maar speel dat wel graag voor mijn kinderen. Mijn man ziet alleen een held op sokken. Want ja, die sokken, die laat ik het liefst aan. En mijn schoenen ook, want stel je voor dat het inslaat. Dan kan ik tenminste zo naar buiten rennen!


Maar, dat doe ik natuurlijk niet. Ik lig in bed te wachten tot het gedonder en gebliksem stopt. Dat wachten begint rustig, maar eindigt meestal chaotisch. Mijn temperatuur stijgt binnen no time van 37 naar 45 graden, want met mijn hoofd onder de dekens is het op een hete zomerdag natuurlijk niet lang uit te houden.


Wat er zo eng is aan onweer? Ik weet het niet. Het dreigende gerommel, de flits, de knal die volgt… ik vind het allemaal niks. Dit heeft natuurlijk een reden. Mijn broers hadden vroeger een ‘bakkie’. Daar kon je ooit supercool mee communiceren, toen er nog geen mobiele telefoon bestond. Om de ander te bereiken, had je wel een enorme antenne op je dak nodig. Die bliksemvanger maakte mijn moeder er niet geruster op.


Ik weet niet beter dan dat mijn moeder bij onweer over de overloop liep. Ik weet niet of ze haar schoenen aan had, maar in badjas ijsbeerde ze een beetje door het huis. Tot de bui verdwenen was. Slapen terwijl het onweerde, ik weet niet of mijn broers dat deden, maar ik in elk geval niet.


De oude boerderij waar mijn moeder opgroeide is de oorsprong van onze gedeelde waakzaamheid. Als klein meisje werd ze met onweer uit haar bed gehaald. Op de deel verzamelde het gezin zich, wachtend tot de bui overtrok. Hooi op zolder, de bovengrondse elektriciteitsleidingen en trieste onweersverhalen uit de buurt maakten dat haar vader, mijn opa, met portefeuille en belangrijke papieren klaar zat om te vluchten. Zover kwam het gelukkig niet.


Om te voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalt en mijn jongens zich later zwetend aan hun partners vastklampen, blijf ik in bed. Terwijl een flits de kamer verlicht en niet veel later de grond onder me trilt van de donder houd ik me groot.


Onze jongste wordt bij onweer altijd wakker. Bij de ergste klappen mag ‘ie even bij mij in bed. Maar daarna stuur ik hem terug, want hé, niks aan de hand. Tel maar eens. 1..2..3..4.., het is echt nog hééél ver weg.


     JorindeSchrijft

Tekst JorindeSchrijft  / Foto's Simone van Eerde

Inhoud Weer editie 2022

#RegioHardenberg Magazine

29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
29 november 2022
Hardenberg, november 2022
Meer posts
Share by: