Weer of geen weer
Je hebt beroepen waarbij het niet zo veel uitmaakt of het met bakken uit de lucht komt of twintig graden vriest. Er zijn ook mensen die afhankelijk zijn van het weer of door weer en wind hun werk moeten doen. We gingen in gesprek met postbezorgers, marktkoopvrouwen en stratenmakers over het weer en hun liefde voor hun vak.
POSTBEZORGER
Linda, Henk, Hilda, Alex, Jeanet en Els bezorgen de post.
“Als postbezorger moet je er altijd op uit, ongeacht het weer. We maken de seizoenen heel bewust mee. Een graad of zeventien is het meest ideaal. Niet te warm, niet te koud. Perfect weer om een paar uur post te bezorgen.
Regenpak, winterjas, zomerjas, shirt of blouse met korte en lange mouw, we hebben van allerlei kleding tegen het weer, maar een nat pak kan ons eigenlijk weinig schelen. Het valt trouwens heel erg mee hoeveel het regent. Het enige nadeel van regen is dat je de post nat in de bus moet doen.
Natuurlijk zijn er wel weersomstandigheden die minder prettig werken. Gladheid en sneeuw zijn niet zo prettig met volle fietstassen van veertig kilo en ook door een stoep vol eikels kan de fiets snel glijden.
Hitte is het ergst. We lopen gemiddeld twee tot drieënhalf uur, altijd op het heetst van de dag. Het asfalt wordt heel heet en ook de brievenbussen zijn niet meer vast te pakken zo heet. Om op de been te blijven, bereiden we ons goed voor op de warmte. Veel drinken, een natte pet op of een natte handdoek in de nek. Soms vragen we water bij mensen, krijgen we een ijsje of lopen we even onder een tuinsproeier door.
Elk weer heeft zijn charme en ondanks kou of hitte hebben we het leukste werk dat er is. We hebben veel vrijheid, zijn de hele dag buiten en zien alles van de natuur. Je komt in gesprek met veel verschillende mensen en we hoeven niet meer naar de sportschool. Op de grootste route loop je zo’n dertien tot vijftien kilometer op een middag. We hebben allemaal een hele goede weerstand, zijn nooit ziek of verkouden.”
MARKTKOOPVROUW
Gerda Beekelaar en Mariska Veneman van Bosscher Delicatessen staan op de markt.
“Weer of geen weer, wij zijn er eigenlijk altijd. Alleen als het spekglad is of bij windkracht 9, als het niet veilig is op de weg, dan moeten we afhaken en moeten we een markt overslaan.
Met verse, vaak nog warme noten, zuidvruchten en tapas weten we de marktbezoekers wel te verleiden. Met regen blijven de mensen binnen en gaan ze niet de markt op, maar anders komen ze wel. We hebben geweldig mooie producten, dat maakt ons werk zo leuk. Daarnaast hebben we veel schik met de mensen. We hebben veel trouwe, vaste klanten.
Twintig graden is voor ons werk perfect, maar dat is het helaas niet altijd. Ook bij vorst staan we er. Dan trekken we thermokleding aan en goede warme schoenen. Dan komt het ook wel goed.
Bij regen bouwen we de kraam dicht, zodat het er niet inregent en bij wind zetten we de kraam extra goed vast. Overal is wel wat op te bedenken. Behalve hitte, dat is voor ons het minst fijn. We bakken namelijk de noten hier in de kraam zelf af, dus dan wordt het hier wel erg warm.
Soms is ons werk echt wel bikkelen, maar dat vinden we niet erg. We zijn zelf gelukkig heel weerbestendig!”
STRATENMAKER
Jarnick Spang is stratenmaker. Met zijn collega Justin van Oosten is hij vaak in de gemeente Hardenberg te vinden.
“Ik ben een rasechte stratenmaker. De vrijheid en het buiten werken is toch wel wat het werk zo mooi maakt. Je loopt niet op de bel, kunt een sigaretje roken als jij dat wil. Het is een aparte cultuur en soms harde wereld, maar het samenwerken met anderen op een bouwplaats maakt het werk ook mooi.
Het weer is van invloed op ons werk, dus dat houd ik altijd wel in de gaten. We zeggen wel, we kunnen altijd door, maar er zijn wel omstandigheden waarin dat niet lukt.
Als het te nat is, dan wordt het niks met het zand. En als het vries, dan kunnen we soms niet verder omdat de grond te hard is. Voor onze planning is het dus goed om te kijken wat het weer gaat doen. Dat is belangrijk, want vertraging kan niet iedereen waarderen.
Warmte is het minst prettig. Ten eerste wordt het zand heel zacht, dat moet je dan gaan sproeien om er goed mee te kunnen werken. Verder liggen we altijd op open plekken, in de brandende zon dus. Het is al zwaar lichamelijk werk, dus de hitte maakt het nog zwaarder. Veel water en een tropenrooster; dat is wat we er zelf aan kunnen doen.
Vijftien graden, waarbij de trui net aan, dan weer net uit kan… Dat is het ideale weer. Maar ik moet zeggen, hoe slecht een situatie ook is, wij zien er altijd het positieve van in. We hebben altijd plezier en laten ons niet snel gek maken door het weer.”
Tekst JorindeSchrijft / Foto's door Simone van Eerde
