Niets zo veranderlijk als het weer. Tonny Lubben van De Bessentuin in Brucht weet er alles van. Wie denkt dat je het onderhouden van een fruittuin er zomaar even bij doet, komt bedrogen uit. Dag in dag uit volgt hij de weersberichten op de voet. Hoeveel zonuren er zijn, hoeveel regen er valt, of er hagelbuien op de loer liggen, hoe sterk de windkracht is en misschien nog wel het allerbelangrijkste, of er langdurig nachtvorst in het verschiet ligt. Want dat kan zomaar een slechte oogst betekenen.
Desondanks floreert zijn Bessentuin als nooit tevoren en is het in de loop der jaren verworden tot een toeristische trekpleister van formaat. Dankzij de bevlogenheid en de ongelofelijke hoeveelheid kennis van Tonny en zijn gezin.
Vanuit de gezellige woonkeuken glijdt Tonny’s blik over zijn tuin. Met geen mogelijkheid kan hij nu al inschatten of zijn bessen en ander zacht fruit schade hebben geleden van de korte maar heftige vorst van afgelopen maart. ‘Het risico bestaat dat het vruchtbeginsel in de bloemen is beschadigd. Er vindt dan geen bevruchting plaats, waardoor de bessen misvormd zijn of helemaal niet groeien. We weten dat pas als de bijenvluchten op gang komen en ze bestuiving plaatsvindt.’
Kou ideaal voor bessentuin
‘Grotere fruitteeltbedrijven maken in zulke gevallen gebruik van een beregeningsinstallatie’ legt Tonny uit. ‘Heel bewerkelijk, maar wel effectief. Door de bloemknoppen continu nat te houden zolang het vriest, voorkom je dat de oogst kapot gaat. Voor ons is dat niet te doen. We hebben maar anderhalve hectare aan grond voor de fruitteelt. Niet voldoende voor een grote installatie. Langdurige vorstperiodes passen ons beter. Een ideale bessentuin heeft de koude-uren nodig om nieuwe bloemen te vormen voor nieuwe productie van de vruchten. Een zachte winter, met uitschieters zoals die in maart, is verre van gunstig voor de bloemensetting.’
Het veranderende klimaat baart Tonny soms zorgen. Door de zachte winters en de extreem hete zomers, die Nederland al lang niet meer vreemd zijn, staat hij soms in dubio. Het zijn die momenten waarop hij zich afvraagt af of het niet beter is om de meer zuidelijke rassen van de blauwe bes aan te schaffen. ‘Maar ja, met dat ras heb je aanzienlijk minder bloemen als het zo hard vriest als vorig jaar. Natuurlijk kijken we zoveel mogelijk vooruit, maar deels moet je het ook net zo hard weer loslaten.’
Telen in de open lucht ongewis
Loslaten, een terugkerend thema als je in de fruitteelt zit. ‘Omdat we in de open lucht telen, is het vaak ongewis en hebben we maar deels in de hand hoe de gewassen zich ontwikkelen. Het is afhankelijk van het grillige Nederlandse weer, maar ook van de grondsoort, de ligging van je tuin, de stand van de wind en ga zo maar door. Het enige waarop we invloed hebben, is het onderhoud van onze gewassen. En dat doen we zo goed als we kunnen.’
‘Zo zijn we nu alweer begonnen met het tellen van de rupsen, in 2005 is onze oogst deels verloren gegaan door de rups van de kleine wintervlinder. Daar zijn we sindsdien extra alert op. Ook beginnen we nu alweer met het bestrijden van luizen. Bij extreme hitte komen daar de fruitvliegjes nog eens bij. Het spuiten doen we met een biologisch middel. Dat komt al even nauw, om schade voor de bijen te voorkomen. Je ziet wel, dat zo ongeveer alles van invloed is op de fruitoogst in de open lucht.’
Zelfpluk
In de maanden juli, augustus en september is het doorgaans volle bak bij de familie Lubben. Zo’n 35 jonge plukkers verdienen in de zomermaanden een mooi zakcentje bij, maar plukken enkel als de weersomstandigheden goed zijn. ‘Als het fruit bij nat weer wordt geplukt, bestaat de kans op schimmel’, verklaart Tonny. Allerlei soorten bessen, frambozen en bramen worden en masse geplukt en verkocht aan streekwinkels, bakkerijen en de horeca. Daarnaast blijft er nog voldoende fruit over voor de zelfpluk, voor bewoners en toeristen. ‘In coronatijd zijn we herontdekt’, lacht Tonny. ‘Alle campings in Hardenberg zaten bomvol en daar hebben wij zeker ook een graantje van meegepikt.’
Levenswijze
Hoewel hij als bedrijfsverzorger zijn brood niet hoeft te verdienen met De Bessentuin, is de tuin zijn leven. ‘Het is onze passie. Of eigenlijk meer een levenswijze. Het voelt niet als werk. We genieten er volop van. In de zomermaanden ben ik vrij en in de wintermaanden maak ik extra dagen voor mijn baas. Het is heel fijn dat ik dat zo heb ik kunnen regelen.’
Toen Tonny Lubben eind vorige eeuw besloot de bessentuin in Manderveen over te nemen van een kweker op leeftijd, kon hij niet vermoeden dat het een levensstijl zou worden. ‘Mijn kinderen plukten vroeger bij deze kweker. Zodoende kwam ik ermee in aanraking. Doordat is als bedrijfsverzorger soms ook de fruitteelt onder mijn hoede had, wist ik er het nodige van en stond het idee van de overname mij wel aan. Bovendien had ik in de tijd zelf ook een siertuin. Het ergste dat me kon overkomen was dat ik het weer zou moeten verkopen. Met die gedachte waagde ik de sprong. Totdat in 2002 de gemeente besloot dat er een nieuwe wijk moest komen op de plek van de bessentuin. Dat was een enorme teleurstelling. Uiteindelijk zijn we na een lange zoektocht hier in Brucht terecht gekomen en dat is achteraf gezien een hele goede stap geweest. We hebben hier veel meer mogelijkheden. Omdat de afstand niet onoverkomelijk is, behielden we onze klantenkring. Het is voor ons de investering meer dan waard geweest.’
Tekst Ada Kerkdijk / Foto's door Simone van Eerde